Doorbraak: Verenigde Naties erkennen medicinale waarde cannabis in historische stemming
Bron:
Online op VOC website: https://voc-nederland.org/blog/2020/12/02/doorbraak-verenigde-naties-erkennen-medicinale-waarde-cannabis-in-historische-stemming/
(platte tekst hieronder)
New York Times: https://www.nytimes.com/2020/12/02/world/europe/cannabis-united-nations-drug-policy.html?smid=tw-nytimes&smtyp=cur
Een historische overwinning voor cannabisactivisten wereldwijd: vandaag stemde
de drugscommissie van de Verenigde Naties, de CND, met een meerderheid van 27
tegen 25, voor erkenning van de medicinale waarde van cannabis en het schrappen
van cannabis van Lijst IV van het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen
uit 1961.
Activisten
De stemming is de climax van twee jaar
diplomatiek debat over de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) over de classificatie van cannabis in de VN drugsverdragen. De WHO
aanbevelingen zijn gebaseerd op drie jaar wetenschappelijk onderzoek naar
cannabis. Het moeilijkste en meest frustrerende werk is gedaan door activisten
die al decennia protesteren tegen de draconische en contraproductieve
drugsverdragen van de VN.
Joep Oomen
Al in 2003 vond een grote
internationale demonstratie plaats, pal voor het VN gebouw in Wenen waar de
Commission on Narcotic Drugs (CND) elk voorjaar vergadert. Destijds hield de
politie de demonstranten en activisten nog op afstand. Maar in later jaren
wisten zij door te dringen tot in de wandelgangen, om de afgevaardigden direct
aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en te informeren over de ellende die
de war on drugs overal ter wereld aanricht. Tot zijn plotselinge dood in 2016
speelde Joep Oomen, medeoprichter van ENCOD en het VOC, een sleutelrol in dit
proces.
Een andere activist die niet ongenoemd kan blijven is Kenzi
Riboulet Zemouli, die de afgelopen jaren vrijwel onophoudelijk bezig is geweest
met het WHO advies over cannabis en de stemming daarover bij de VN. Een aantal
citaten uit het persbericht van Faaat, waarvan Kenzi de drijvende kracht is,
over de stemming van vandaag:
‘Vandaag hebben de Verenigde Naties de
gedurfde stap genomen om cannabis te schrappen van lijst IV van het drugsverdrag
van 1961, zes decennia na de plaatsing van cannabis op deze lijst, de
therapeutische waarde van deze eeuwenoude medicinale plant te erkennen en deze
niet langer te beschouwen als “een middel met een grote kans op misbruik en
nadelige effecten”. De stemming volgde op een onafhankelijke wetenschappelijke
beoordeling door vooraanstaande experts uit de hele wereld, bijeengeroepen door
de WHO in 2017-2018, waarbij bewijsmateriaal en getuigenissen uit alle hoeken
van de wereld werden beoordeeld.’
‘De stap is zelfs nog belangrijker als
je bedenkt dat cannabis op Lijst IV is geplaatst zonder ooit aan een
wetenschappelijke beoordeling te zijn onderworpen. De classificering van
cannabis op Lijst IV is een overblijfsel van de meest extreme internationale
drugswetten, een erfenis van de moraal van de jaren vijftig en representatief
voor lang in diskrediet geraakte waardensystemen die verbonden zijn met racisme,
onverdraagzaamheid, gebrek aan respect voor inheemse volkeren en culturen,
kenmerkend voor het koloniale tijdperk.’
‘De WHO heeft in het verdrag de
exclusieve verantwoordelijkheid om deze aanbevelingen te doen: de stemming van
vandaag door de regeringen die bijeen waren in de VN gebouwen in Wenen, was
vereist om ze om te zetten in internationaal recht. Het schrappen van cannabis
van Lijst IV is daarom fenomenaal nieuws voor miljoenen patiënten over de hele
wereld en een historische overwinning van de wetenschap op de
politiek.’
Het International Drugs Policy Consortium (IDPC), een platform
van diverse organisaties op het gebied van drugsbeleid, bracht het nieuws onder
de kop ‘VN geeft groen licht voor medicinale cannabis, maar erkent niet dat het
verbod een koloniale erfenis is’. Het IDPC plaatst een aantal kritische
kanttekeningen:
‘Een groep vooraanstaande drugsbeleidsorganisaties heeft
de stap verwelkomd, maar was ook teleurgesteld over het feit dat deze hervorming
niet ver genoeg gaat, aangezien cannabis internationaal blijft gecategoriseerd
naast drugs als heroïne en cocaïne.’
‘De review betrof een heroverweging
van de besluiten over de classificatie van cannabis die in de jaren vijftig
werden genomen en gebaseerd waren op de heersende racistische en koloniale
attitudes, en niet op wetenschappelijke evaluaties.’
‘Hoewel
drugsbeleidsdeskundigen het schrappen van cannabis van Lijst IV verwelkomden,
uitten zij hun ernstige bezorgdheid over het feit dat cannabis op lijst I van
het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen uit 1961 zal blijven staan en
onder dezelfde strenge regels zal blijven vallen als heroïne en cocaïne. Na de
allereerste wetenschappelijke beoordeling van cannabis door de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2018, werd een beperkte re-classificatie
van cannabis aanbevolen, maar het verwijderen van Lijst I maakte geen deel uit
van het pakket, ondanks de eigen bevinding van de WHO dat cannabis minder
schadelijk is dan de meeste andere middelen op die lijst.’
Diepe
kloof
‘Deze evaluatie van cannabis onderstreept ook de diepe kloof tussen
besluitvorming in internationale organen en het groeiende momentum voor
hervorming van het drugsbeleid over de hele wereld. Meer dan vijftig landen over
de hele wereld hebben medicinale cannabisprogramma’s aangenomen, terwijl
Uruguay, Canada, Mexico, Luxemburg, vijftien Amerikaanse staten en verschillende
andere jurisdicties cannabis voor niet-medicinaal gebruik hebben gereguleerd of
bezig zijn dat te doen. Door wetenschappelijk bewijs en verandering te negeren,
loopt het internationale drugscontrolesysteem het risico steeds verder
geïsoleerd en irrelevant te worden.’
Martin Jelsma, directeur van het
Drugs and Democracy Program bij het Transnational Institute (TNI), verklaarde
over de historische stemming:
‘Vandaag zet de internationale gemeenschap een
stap voorwaarts met deze kleine overwinning op het gebied van medicinale
cannabis, maar de dekolonisatie en modernisering van de VN-drugsverdragen is nog
maar net begonnen. De uitkomst van dit herzieningsproces heeft eens te meer
aangetoond dat het Enkelvoudig Verdrag van 1961 achterhaald is en een te bot
instrument om zijn mandaat van bescherming van de gezondheid en het welzijn van
de mensheid waar te maken. Het toont ook de diepe verdeeldheid en verlamming aan
binnen het internationale drugscontrolesysteem. Met weinig tekenen van
verzoening tussen de hervormingsgezinde landen en de verdedigers van de status
quo van de drugsoorlog, zullen hervormers een weg voorwaarts blijven zoeken die
niet afhankelijk is van een consensus in Wenen, zoals blijkt uit de nationale
hervormingen die momenteel over de hele wereld aan de gang zijn.’